Lichtbronnen en hun gedrag gedurende de levensduur
- november 21, 2016
- Advies elektrotechniek
Verlichting is essentieel in ons doen en laten. Het meest ideaal is daglicht, maar dat is niet 24 uur beschikbaar. Dus kiezen we voor kunstlicht om ons dagelijkse ritme te verlengen. Maar, kunstlicht heeft behalve andere beperkingen ook een beperkte levensduur. Fabrikanten van lichtbronnen geven die informatie over levensduur aan in een code. Wat houdt die code precies in.
Lichttechniek
Eerst even wat lichte basis informatie over lichttechniek. Een lichtbron geeft een lichtstroom die wordt uitgedrukt in de eenheid lumen. Als die lichtstroom op een oppervlak valt dan wordt de hoeveelheid licht op dat oppervlak uitgedrukt in de eenheid lux, ofwel het aantal lumen per m². In de verlichtingstechniek geldt dat 1 lux gelijk staat aan 1 lumen per m². De waarde van de lichtstroom is dus een belangrijke factor bij de keuze van een lichtbron. Maar ook een lichtbron veroudert waardoor binnen de levensduur de lichtstroom afneemt. En als de lichtstroom afneemt zal dus ook de luxwaarde afnemen.
Keuze lichtbronnen
Bij de keuze van een lichtbron wordt over het algemeen gekeken naar het type, de lichtstroom, de lichtkleur en het elektrisch vermogen dat de lichtbron opneemt. Voor het gebruik in een consumenten omgeving is dat vaak voldoende, maar in een utilitaire omgeving spelen meer factoren een rol. Omdat in die toepassing behalve lichtopbrengst ook de onderhoudskosten een belangrijke rol spelen is het gedrag van een lichtbron binnen de levensduur mede van belang. Immers de Arbo-wet schrijft een hoeveelheid licht voor in bepaalde situaties en het onderhoud speelt een belangrijke rol in de exploitatiekosten.
Weergave levensduur
Behalve de aangegeven waarde voor het aantal lumen van een lichtbron is het van belang te letten op het gedrag van de lichtbron gedurende de levensduur. Met andere woorden hoelang geeft de lichtbron de aangegeven hoeveelheid licht werkelijk af. En minstens zo belangrijk, hoeveel lichtbronnen vallen uit door een technisch probleem gedurende de aangegeven levensduur. Fabrikanten geven die waarden op in een code, vermeld op de verpakking van de lichtbron. De code is opgebouwd uit twee letters, de L voor de lichtopbrengst en de B voor het percentage uitval gedurende de levensduur. Let wel die waarden worden opgegeven bij laboratorium omstandigheden zijnde trillingvrij en bij 25°C.
Afname lichtstroom
Gedurende de levensduur zal een lichtbron in kwaliteit afnemen. Dat wil zeggen de lichtstroom en, afhankelijk van het type lichtbron, ook de lichtkleur zal veranderen. De afname van de lichtstroom wordt aangegeven met de letter L gevolgd door een getal. Dat getal geeft het percentage aan van de terugval bij einde levensduur. Die terugval verloopt geleidelijk. Dat geldt ook voor de lichtkleur. Een code L70 betekent dus dat aan het einde van de levensduur verwacht mag worden dat de lichtbron nog maximaal 70% van de oorspronkelijke lichtstroom levert. Daarmee is dus ook de verlichtingssterkte in lux aanzienlijk minder.
Uitval lichtbronnen
Lichtbronnen zijn een technisch product. En techniek blijft techniek en is (helaas) nooit onfeilbaar. Dat betekent dat er altijd exemplaren zijn die sneller in lichtopbrengst afnemen of de opgegeven levensduur niet halen en onvoorspelbaar eerder uitvallen. Dat percentage wordt door de fabrikanten ingeschat en uitgedrukt in de letter B, eveneens gevolgd door een getal. Dat getal geeft het percentage aan van de vroegtijdige uitval. De code B10 betekent dus dat verwacht mag worden dat circa 10% van de lichtbronnen te vroeg bezwijkt. Bij ledverlichting betekent dat niet alleen de kans op uitval van de lichtbron, maar ook uitval van de driver, voor zover die driver onderdeel is van de lichtbron.
Codering levensduur
Bij de keuze van lichtbronnen in een niet-consumenten omgeving is het dus van belang behalve op de andere factoren ook te letten op de levensduur van de beoogde lichtbron. Bij de vertrouwde T5-buizen is, afhankelijk van het type, een levensduur te verwachten van meestal L90/B10 over circa 25.000 uur. De levensduur van ledverlichting daarentegen wordt vaak opgegeven als L70 bij 40.000-50.000 branduren, terwijl de B-waarde varieert tussen B10 en B20. Wordt er geen B-code vermeld dan is navraag noodzakelijk omdat de B-waarde mogelijk zelfs maar 50% bedraagt. Gelet op de geleidelijke afname van de lichtopbrengst is het bij ledverlichting interessant te kijken naar de grafiek van de L-waarde in plaats van de feitelijke eindwaarde. Mogelijk blijkt daaruit dat de lichtstroom al zou kunnen zijn gezakt naar 90% bij een levensduur van 20.000-25.000 uur. En daardoor wordt de verlichtingssterkte in de ruimte dus navenant minder.
Uw onafhankelijk adviseur elektrotechniek helpt u graag bij de keuze van lichtbronnen en armaturen voor uw specifieke situatie. Bedenk daarbij dat lichtopbrengst, levensduur, energieverbruik en afschrijving in iedere situatie anders kan worden beoordeeld.