dynamische_noodverlichting
Noodverlichting; aanleg, intelligentie en controle
nen_8012 bekabeling
NEN 8012, nieuwe norm veilige bekabeling

Brandmeldinstallatie; regelgeving, doormelding en intelligentie

Een brandmeldinstallatie treft u in veel gebouwen aan. Meestal onopvallende techniek en nauwelijks zichtbaar. Een brandmeldinstallatie is net als noodverlichting een essentiële en vaak verplichte beveiligingsinstallatie in uw gebouw. De installatie is niet alleen bedoeld voor het melden van een brand, maar tevens bedoeld voor de eveneens aanwezige ontruimingsalarminstallatie, de bekende sirenes. Maar hoe zit het nu met regelgeving, welke technieken zijn beschikbaar en wat is er nog meer mee mogelijk?

Regelgeving

In Nederland geeft het geldende Bouwbesluit de minimale wettelijke voorschriften weer waaraan een bouwwerk moet voldoen. Het Bouwbesluit geldt behalve voor nieuwbouw ook voor bestaande bouw, zij het dat er in dat geval moet worden gekeken naar het bouwjaar. Dat wordt “rechtens verkregen niveau” genoemd. In een aantal gevallen wordt in het Bouwbesluit verwezen naar normen. Dat wil niet zeggen dat die normen wet zijn, maar daarmee wordt het bepaalde in die aangewezen normen als minimaal veiligheidsniveau aangemerkt. Voor de aanleg van brandmeld- en ontruimingsinstallaties in niet voor bewoning bestemde gebouwen wordt verwezen naar de normen NEN 2535 en NEN 2575. Voor onderhoud van die installatie wordt verwezen naar de norm NEN 2654 deel 1 en 2.

Certificering

Behalve de aangewezen normen zijn voor een brandmeld- en ontruimingsinstallatie ook een aantal certificeringen van toepassing. Met ingang van 1 januari 2015 is de “Regeling brandmeldinstallaties 2002” vervallen en vervangen door een nieuw regime van niet verplichte certificeringen, opgesteld door het CCV. Het betreft een certificering voor bedrijven die ontwerp en projectie, de aanleg en het onderhoud van brandmeld- en ontruimingsinstallaties verzorgen. Hoewel nu elk bedrijf een dergelijke installatie mag aanleggen of onderhouden geeft een daartoe gecertificeerd bedrijf wel meer zekerheid over de juiste uitvoering van de werkzaamheden. Bovendien is de verplichte inspectie van uw brandmeld- en ontruimingsinstallatie veel sneller en goedkoper uitgevoerd als u gecertificeerde bedrijven heeft ingeschakeld die bovendien de juiste certificeringen hebben verstrekt.

Techniek brandmeldinstallatie

Een zogenoemde conventionele brandmeldinstallatie heeft nauwelijks intelligentie en geeft alleen aan dat een brandmelding uit een bepaalde groep melders komt. Bij een adresseerbare installatie heeft elke afzonderlijke melder zijn eigen unieke adres en geeft zijn status door aan de centrale. Daarmee is dus op melderniveau te bepalen waar een brandmelding vandaan komt. Bovendien heeft een adresseerbare installatie het voordeel van minder bekabeling en is geen functiebehoud nodig voor de bekabeling van de alarmgevers, omdat die mogen worden opgenomen in de bewaakte lus van de melders. Behalve de melding van brand kan een brandmeldinstallatie ook worden gebruikt voor het aansturen van ventilatie, liften of brandbestrijdingsinstallaties zoals blusgas- of watermistinstallaties.

Doormelding brandalarm

Het Bouwbesluit geeft in bijlage I ook aan in welke situaties een brandmeldinstallatie een brandalarm rechtstreeks moet doormelden aan de brandweer. Uw installatie wordt dan aangesloten op een regionale alarm centrale (RAC), en moet voldoen aan strenge kwaliteitseisen. In alle andere gevallen is doormelding niet verplicht of kan worden verzorgd via een particuliere alarm centrale (PAC). Helaas blijkt dat veel brandmeldinstallaties nog te vaak een loos alarm veroorzaken. Zo blijkt uit statistieken van het CBS dat slechts 5% van de meldingen ook echt een serieuze melding betreft.

Beperken onechte meldingen

Door Brandweer Nederland worden lokale initiatieven ontwikkeld voor het terugdringen van omechte meldingen. Door de brandweerkorpsen is een model opgezet dat inzicht geeft in de verificatiemogelijkheden van een automatische brandmelding voordat een brandweervoertuig uitrukt. De gedachte daarachter is dat de uiteindelijke verantwoordelijkheid voor het verifiëren van een automatische brandmelding bij de eigenaar of gebruiker van een gebouw ligt.

Intelligentie BMI

Hoewel in de norm en het op te stellen PvE voor een brandmeldinstallatie strikte afspraken staan over onechte en ongewenste meldingen, komen die blijkbaar toch nog vaker voor dan gewenst. Daaraan is met organisatorische en de technische mogelijkheden veel te doen. Zo kan, indien toegestaan, met een in te stellen vertragingstijd de interne organisatie (BHV) eerst vaststellen of er werkelijk sprake is van een gevaarlijke situatie. Een juiste keuze van het type melder op een bepaalde plaats geeft ook meer zekerheid over een echte melding. Daarnaast kan technische verificatie op meerdere manieren plaatsvinden. Intelligente melders voorzien van speciale technieken, of een dubbele melding (uit twee melders) voordat een doormelding plaatsvindt is al een verbetering, maar nog beter is een specifieke techniek in de melders zelf gecombineerd met intelligente software in de brandmeldcentrale. Bijvoorbeeld Verificatie-plus van Hertek is een inmiddels bewezen techniek die veel voordelen biedt. Behalve een geverifieerde melding biedt het systeem goede mogelijkheden lokale omstandigheden beter te beheersen of eerst de eigen organisatie te informeren. Daarmee wordt het mogelijk maatregelen te treffen nog voor een uitruk van de brandweer noodzakelijk is of waarmee een uitruk kan worden voorkomen.

Uw onafhankelijk adviseur elektrotechniek informeert u graag over de juiste keuze van een brandmeld- en ontruimingsinstallatie of beschikbare mogelijkheden in uw specifieke situatie.

Adviseur elektrotechniek bij Wesselektro advies in Houten. Gespecialiseerd in ontwerp, advies, beoordeling en technisch beheer van elektrische installaties in gebouwen en de volledige technische inrichting van server- of computerruimten. Hij stelt uw PvE op, schrijft uw Functioneel Bestek of verzorgt projecttoezicht.