ledverlichting kantoren
Ledverlichting in kantoren, verplicht toe te passen of toch niet
PV-panelen
PV-installatie aansluiten op reguliere net

Oplaadeenheid voor elektrische voertuigen correct aansluiten

Behalve het belang van de verschillende mogelijkheden voor het opladen van elektrische voertuigen is ook de aansluiting van een oplaadeenheid op het reguliere stroomnet een belangrijk aandachtspunt. De techniek van deze oplaadeenheden wordt in hoofdzaak elektronisch uitgevoerd en kan daarmee zorgen voor gevaarlijke situaties in de elektrische installatie waarop de oplaadeenheid is aangesloten. Met het toenemende aantal elektrische voertuigen neemt ook het aantal oplaadvoorzieningen toe. Een correcte aansluiting is dus essentieel voor een veilig gebruik.

Regelgeving

Elektrische installaties moeten in Nederland ten minste aan de in het Bouwbesluit aangewezen editie van de norm NEN 1010 voldoen. Deze norm geeft bepalingen waaraan een elektrische installatie moet voldoen en hoe aansluitpunten moeten zijn beveiligd tegen de gevaren van elektrocutie. Behalve de beveiligingen tegen overbelasting of kortsluiting moet een oplaadeenheid voor elektrische voertuigen ook zijn beveiligd tegen aardfoutstromen. NEN 1010:2015 besteedt in rubriek 722 meer specifiek aandacht aan de aansluiting van een oplaadeenheid en de verschillende vormen van opladen.

Beveiliging

In principe dient elk aansluitpunt van een oplaadeenheid te zijn aangesloten op een afzonderlijke eindgroep van een verdeelinrichting. Naast de beveiliging tegen overbelasting en kortsluiting dient ook te zijn voorzien in aardlekbeveiliging. Een uitzondering mag worden gemaakt voor laadpalen die zijn voorzien van twee aansluitpunten én zijn voorzien van loadmanagement. In dat geval mogen beide aansluitingen gezamenlijk worden beveiligd (NEN-EN-IEC 61851). Met name in woonhuis installaties zijn reeds aardlekschakelaars, of installatie automaten gecombineerd met aardlekbeveiliging, in de installatie aanwezig. Die aardlekbeveiliging is van het type A met een foutstroombewaking van 30mA en is meestal niet geschikt voor de aardlekbeveiliging van een oplaadeenheid.

Werking aardlekbeveiliging

De veel toegepaste standaard aardlekbeveiliging van het type A beveiligt tegen foutstromen (lekstromen) naar aarde. Indien de foutstroom boven de 30mA komt schakelt de beveiliging uit, zodat mens en dier beschermd is tegen elektrische schok. Maar dit type beveiliging spreekt alleen aan op zogenoemde wisselstroom (AC) foutstromen al dan niet gecombineerd met een zeer lage gelijkstroom (DC) component. Bovendien treedt bij hogere DC-foutstromen zogenoemde “verblinding” op van het uitschakelmechanisme, waardoor de aardlekbeveiliging niet meer werkt.

DC-foutstromen

Met name oplaadeenheden voor elektrische voertuigen en PV-omvormers zijn apparaten waarin zowel wissel- als gelijkstromen worden gebruikt. Als gevolg van de veelal toegepaste elektronische omzetprincipes, “inverters” genoemd, zijn de wisselstroom- en gelijkstroomzijde van deze apparaten niet galvanisch gescheiden. Daarmee is een gelijkstroom foutstroom naar de wisselstroomzijde mogelijk. En daarin schuilt het gevaar. Juist deze gelijkstroom foutstroom zorgt dus voor de eerder beschreven verblinding van standaard type A aardlekbeveiligingen, waardoor deze niet meer uitschakelen binnen de foutgrens van 30mA.

Oplaadeenheid veilig aansluiten

Een oplaadeenheid wordt veelal aangesloten op een bestaande elektrische installatie waarin reeds standaard aardlekbeveiligingen van het type A zijn opgenomen. In principe moet elk aansluitpunt van een oplaadeenheid worden aangesloten op een aparte eindgroep, voorzien van 30mA aardlekbeveiliging. Een standaard aardlekbeveiliging van het type A is niet in alle gevallen geschikt voor een oplaadeenheid en kan zelfs de werking van overige aardlekbeveiligingen in de installatie negatief beïnvloeden.
De meest veilige oplossing is het toepassen van een aardlekbeveiliging die geschikt is voor zowel AC- als DC-foutstromen. Dat is een aardlekbeveiliging van het type B. Let echter op bij de keuze voor een aardlekautomaat; een aardlekautomaat met B-karakteristiek is GEEN aardlekbeveiliging type B.

Oplossingen

Er zijn een drietal oplossingen om tot een correcte aardlekbeveiliging van een oplaadeenheid te komen. De goedkoopste oplossing voor EV-oplaadeenheden bestaat uit een door de fabrikant opgestelde 6mA-verklaring. In de productdocumentatie moet dan expliciet zijn vermeld dat de oplaadeenheid geen hogere DC-foutstroom (lekstroom) kan genereren dan 6mA. Is die verklaring beschikbaar dan mag die oplaadeenheid worden beveiligd met de standaard 30mA aardlekbeveiliging van het type A.
De tweede oplossing, als de 6mA-verklaring niet beschikbaar is, bestaat uit het toepassen van een 30mA aardlekbeveiliging van het type B.
De derde oplossing is een “tussenoplossing” en geschikt voor een oplaadeenheid die wordt aangesloten op een eindgroep achter een bestaande 30mA aardlekschakelaar van het type A voor maximaal 4 eindgroepen. In dat geval kan deze eindgroep voor de oplaadeenheid aanvullend worden beveiligd met een speciale DC-foutstroombeveiliging van 6mA. Fabrikant Doepke heeft een daartoe specifiek ontwikkelde DFS-EV DC-aardlekbeveiliging op de markt gebracht. Dit component is beschikbaar in een 1-fase en 3-fase uitvoering van maximaal 40A. Door het toepassen van deze specifieke aanvullende aardlekbeveiliging is vervangen van bestaande 30mA aardlekbeveiligingen van het type A niet nodig. Ook een eindgroep uitgevoerd met een 30mA aardlekautomaat van het type A, niet te verwarren met de B-karakteristiek van de automaat, kan worden voorzien van deze specifieke aanvullende DC-beveiliging, aangebracht tussen de standaard aardlekautomaat en de oplaadeenheid.

Uw onafhankelijk adviseur elektrotechniek adviseert u graag met de aansluiting van uw oplaadeenheid, zowel particulier als zakelijk. Daarmee is een veilige aansluiting en een veilig gebruik gewaarborgd.

Adviseur elektrotechniek bij Wesselektro advies in Houten. Gespecialiseerd in ontwerp, advies en technisch beheer van elektrische installaties in gebouwen en de volledige technische inrichting van server- of computerruimten. Hij stelt uw PvE op, schrijft uw Functioneel Bestek, beoordeelt uw installatie of verzorgt projecttoezicht.