Aardlekschakelaar van het juiste type biedt volledige bescherming
- augustus 25, 2014
- Advies elektrotechniek
Sinds 1975 worden aardlekschakelaars voorgeschreven in elektrische installaties. Grote kans dat in uw elektrische installatie aardlekschakelaars zijn toegepast. Sinds de invoering van deze beveiliging is de techniek verbeterd en dus ook de toepassing van aardlekschakelaars. Een aardlekschakelaar beperkt de foutstroom in een installatie tot maximaal 30 milli Ampère (mA) bij 300 milli seconden (ms), een stroom die mens en dier nog veilig kan verdragen.
NEN 1010
De belangrijkste norm in elektrische installaties, de NEN 1010, schrijft sinds 1975 de aardlekschakelaar voor in bepaalde situaties. Als gevolg van technische en maatschappelijke ontwikkelingen is de techniek achter aardlekschakelaars in de afgelopen jaren sterk verbeterd. Zowel in woningen als in utiliteitsgebouwen worden aardlekschakelaars nu voorgeschreven. Een aardlekschakelaar meet de stroom zowel in de fase- als in de nuldraad (heen en terug). Beide stromen zijn normaliter aan elkaar gelijk. Treedt in de installatie een fout op, dat wil zeggen, er ontstaat een foutstroom naar aarde dan spreekt de aardlekschakelaar aan bij een bepaalde waarde van die foutstroom en schakelt het voedende net uit. In alle gevallen bedoeld voor bescherming van mens en dier is de maximale waarde waarbij een aardlekschakelaar uitschakelt begrensd op 30mA. Behalve de waarde van de foutstroom is ook de uitschakeltijd van belang. Tot circa 15mA mag een aardlekschakelaar niet uitschakelen. Bij 30mA dient de aardlekschakelaar binnen maximaal 300ms uit te schakelen. Bij hogere foutstromen wordt de uitschakeltijd steeds korter tot minder dan 50ms bij een foutstroom van circa 150mA.
Uitschakelproblemen
Aardlekschakelaars moeten met regelmaat worden getest. Dat staat er zelfs op. Maar de praktijk is weerbarstiger. In de praktijk blijkt met regelmaat dat een aardlekschakelaar, zelfs bij testen, niet meer uitschakelt. Daarmee is de beoogde beveiliging van mens en dier verdwenen. Merkt u dit op bij een test dan kunt u tijdig ingrijpen door de oorzaak te achterhalen of de aardlekschakelaar te vervangen. Maar wat als de aardlekschakelaar dienst weigert als de bescherming juist nodig is? De gevolgen kunnen zeer ernstig zijn, tot overlijden aan toe. Maar waarom schakelt een aardlekschakelaar dan niet uit?
Klasse AC
De eerste exemplaren waren van een type dat werd aangeduid met “AC”. De goede werking van dit type aardlekschakelaar is alleen gegarandeerd als de foutstroom zuiver sinusvorming is, ofwel niet wordt verstoord door zogenoemde netvervuiling van dimmers, frequentie regelaars, enz. Dat kan in de hedendaagse elektrische installatie niet meer worden gegarandeerd, zodat dit type aardlekschakelaar in installaties vanaf 1996 niet meer mag worden toegepast. Treft u een dergelijk type aardlekschakelaar nog aan in uw elektrische installatie, vervang die dan door ten minste een exemplaar van klasse A.
Klasse A
Aardlekschakelaars klasse A zijn meer toegespitst op de huidige tijd en garanderen een goede uitschakeling niet alleen bij sinusvormige foutstromen, maar ook bij zogenoemde aangesneden wisselstromen of pulserende gelijkstromen. U moet dan denken aan stromen veroorzaakt door elektronische dimmers en voedingen van computerapparatuur. Probleem bij dit type aardlekschakelaar is dat de techniek niet gevoelig is voor zogenoemde vlakke gelijkstromen. Dat zijn foutstromen veroorzaakt door specifieke elektronische apparatuur waaronder de omvormers van PV-installaties en laadpalen. Het uitschakelmechanisme kan zodanig worden beïnvloed dat uitschakeling niet meer plaatsvindt omdat de stroomsoort waarop moet worden gedetecteerd dat uitschakelmechanisme niet voldoende aanstuurt. Daarmee wordt een ogenschijnlijk veilige installatie ineens niet meer zo veilig als gedacht.
Klasse B
De meest recente beveiligingscomponenten als het gaat om foutstroom beveiliging zijn de Klasse B aardlekschakelaars. Deze beveiligingscomponenten beveiligen niet alleen tegen de hier voor beschreven foutstromen, maar ook tegen foutstromen bestaande uit gelijkstroomcomponenten. Het uitschakelmechanisme is bestand tegen vlakke gelijkstromen en wordt dus niet negatief beïnvloed. Daarmee blijft de werking als beveiligingscomponent tegen foutstromen in de installatie gewaarborgd. Uiteraard blijft het periodiek testen van aardlekschakelaars nog steeds van belang. Tenslotte is ook dit type beveiliging een stukje techniek, en techniek is helaas nimmer feilloos.
Testen aardlekschakelaar
Uit het voorgaande blijkt hoe belangrijk het toepassen van het juiste type en het testen van een aardlekschakelaar kan zijn. Een professionele test bestaat dan ook niet alleen uit het bedienen van de testknop, maar ook uit een test met de juiste foutstroom waarbij de uitschakeltijd wordt gemeten.
Uw onafhankelijk elektrotechnisch adviseur helpt u met de juiste keuze voor een aardlekschakelaar en de methode waarbij met name in de utiliteit een aardlekschakelaar moet worden toegepast, juist kan worden getest en beoordeeld.