PV-installatie netgekoppeld
PV-installatie ontwerp en montage; enkele valkuilen
noodverlichting verwijzing
Noodverlichting, meer mogelijkheden om effectief te verwijzen

Brandmeldinstallatie en verplicht onderhoud

In nagenoeg ieder gebouw treft u een brandmeldinstallatie aan. Deze installatie is vrijwel altijd gecombineerd met een ontruimingsalarminstallatie. In dit artikel gaat het over de combinatie van beide installaties die gemakshalve als brandmeldinstallatie wordt aangeduid. Een ontruimingsalarminstallatie is meestal uitgevoerd met alarmgevers, in de volksmond slow-whoops genoemd, en in bepaalde situaties met luidsprekers zodat een gesproken boodschap kan worden uitgezonden. Maar, zoals dat geldt voor elke technische installatie moet ook een brandmeldinstallatie worden onderhouden.

Regelgeving brandmeldinstallatie

De noodzaak van de aanleg van een brandmeldinstallatie is beschreven in het Besluit bouwwerken leefomgeving. Dat besluit verwijst vervolgens naar de normen NEN 2535 voor de brandmeldinstallatie en de NEN 2575 voor de ontruimingsalarminstallatie. Maar zoals gezegd, deze installaties moeten ook worden onderhouden. Het onderhoud aan deze installatie is echter niet vrijblijvend en ook in het besluit vastgelegd. Het Besluit bouwwerken leefomgeving verwijst voor het onderhoud naar en inspectie naar een regeling brandmeldinstallaties die door het CCV wordt beheerd.

Bestaande en nieuwe brandmeldinstallaties

Er wordt onderscheid gemaakt in de regelgeving voor bestaande en nieuwe installaties. Zo was tot 1 juli 2012 de Regeling Brandmeldinstallaties 2002 van toepassing. Daarin was geregeld door wie en hoe het onderhoud en de certificering diende plaats te vinden. Na die datum is een nieuwe regeling van toepassing die bekend staat onder de naam Regeling Brandmeldinstallaties 2011. Ook deze nieuwe regeling wordt beheerd door het CCV en beschrijft eveneens door wie en hoe de installatie moet worden onderhouden.

Kwaliteit brandmeldinstallatie

Op grond van het Besluit bouwwerken leefomgeving moet een bestaande brandmeldinstallatie ten minste voldoen aan de daarin aangegeven norm editie NEN 2535. Een bestaande ontruimingsalarminstallatie dient ten minste te voldoen aan de aangewezen norm editie NEN 2575. Deze eis geldt als minimum eis. Het houdt niet in dat een installatie ontworpen en aangelegd ná 1996 alleen maar hoeft te voldoen aan de aangewezen norm edities NEN 2535 respectievelijk NEN 2575. Op grond van het Besluit bouwwerken leefomgeving moet worden voldaan aan het “rechtens verkregen niveau”. Dat houdt in dat het niveau van de installatie moet voldoen aan de norm editie geldig bij aanleg van de installatie. Een bestaande installatie die dus niet voldoet aan de genoemde minimum eis moet daarop worden aangepast. De technische levensduur van een brandmeldinstallatie bedraagt circa 15 jaar. Daarom is het qua investering en veiligheid beter zo’n verouderde installatie te vernieuwen.

Onderhoud brandmeldinstallatie

Voor het onderhoud van een brandmeldinstallatie zijn normen aangewezen via door het CCV beheerde regelingen. Verwezen wordt naar de normen NEN 2654-1 voor de brandmeldinstallatie respectievelijk NEN 2654-2 voor de ontruiming. In beide normen wordt beschreven waaraan het onderhoud van de installatie ten minste moet voldoen. Dat onderhoud is gesplitst in dagelijks onderhoud door de gebruiker en vaktechnisch onderhoud door een onderhoudsdeskundige. Het dagelijks onderhoud door een gebruiker moet worden verricht door een daarvoor gediplomeerde Beheerder Brandmeldinstallaties. Maar, niet de gehele normen zijn verplicht gesteld. Zo geven de respectieve CCV-regelingen aan welke bepalingen uit de norm verplicht zijn en welke bepalingen aanbevolen worden.

Certificaten brandmeldinstallatie

Voor een goed aangelegde en onderhouden brandmeldinstallatie worden certificaten afgegeven. Deze certificaten moeten niet worden verward met het inspectie certificaat. Een inspectie certificaat is verplicht, maar onderhoudscertificaten niet. Afhankelijk van de eisen in het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage II, is een inspectie certificaat één of drie jaar geldig. In de oude Regeling Brandmeldinstallaties 2002 werd een installatie certificaat afgegeven voor de brandmeldinstallatie als geheel. In de nieuwe Regeling Brandmeldinstallaties 2011 worden afzonderlijke certificaten afgegeven voor respectievelijk de apparatuur, de aanleg van de installatie en het onderhoud. Zoals aangegeven zijn deze certificaten niet verplicht. Maar, ze dragen wel bij aan een vereenvoudigde en dus goedkopere procedure voor het verkrijgen van het wel verplichte inspectie certificaat.

Programma van Eisen brandmeldinstallatie

Bij de aanleg van een brandmeldinstallatie moet een programma van eisen (PvE) worden opgesteld als onderdeel van het totaal aan brandbeveiligingsmaatregelen. Dat PvE behoeft in tegenstelling tot enkele jaren geleden niet meer goedgekeurd te worden door de brandweer. Wel maakt het PvE onderdeel uit van de documenten die moeten worden ingediend bij de aanvraag van een omgevingsvergunning bij nieuwbouw of een ingrijpende renovatie. Uit de door het bevoegd gezag verstrekte gebruiksvergunning of verklaring van geen bezwaar blijkt dan dat het ontwerp van de brandmeldinstallatie akkoord is bevonden. Maar, zoals ook de installatie zelf moet worden onderhouden is het van belang ook het PvE te onderhouden. Bij een inspectie van de brandmeldinstallatie wordt ook het PvE getoetst op aanwezigheid, actualiteit en overeenstemming met de actuele situatie in het gebouw.

Uw onafhankelijk adviseur elektrotechniek helpt u graag bij het opstellen van een PvE en het inrichten van het onderhoud van uw brandmeldinstallatie.

Adviseur elektrotechniek bij Wesselektro advies in Houten. Gespecialiseerd in ontwerp, advies, beoordeling en technisch beheer van elektrische installaties in gebouwen. Bovendien ontwerpt hij de volledige technische inrichting van server- of computerruimten. Ook verzorgt hij projecttoezicht bij uw projecten.